Van Passie naar Pasen

Het valt me elk jaar weer op hoe het concertleven na Pasen plots stilvalt. En dat terwijl je in de veertigdagentijd bij wijze van spreken bijna struikelt over de concerten met passiemuziek. Hoeveel koren wagen zich in de Goede Week niet aan een uitvoering van een van Bachs passies? Blijkbaar beantwoordt het ruime aanbod aan een nood van vele mensen om zich het lijdensverhaal jaarlijks opnieuw toe te eigenen. Maar na Pasen wordt het merkwaardig stil: nergens zijn er paas- of pinksterconcerten te vinden. Nochtans zou je net in de paastijd – die overigens tien dagen langer duurt dan de veertigdagentijd – feestelijke muziek verwachten.

Dit merkwaardige verschijnsel heeft ongetwijfeld te maken met de aangrijpende intensiteit van de meeste passiemuziek. Denk maar aan de Mattheüspassie van Bach: je raakt er nooit op uitgekeken. De lijdende Jezus, van God en iedereen verlaten, oefent een vreemde aantrekkingskracht uit op de luisteraar. Zo te zien moet elke generatie opnieuw in het reine komen met wat er toen op Golgotha is gebeurd. Met de verrezen en verheerlijkte Jezus weten we echter niet zo goed raad, althans wanneer we afgaan op het culturele aanbod in de paastijd. De delicate, maar wezenlijke band die passie met Pasen verbindt, lijkt in onze muzikale cultuur wel doorgeknipt.

Net daarom springt het des te meer in het oog en het oor wanneer een muzikale passie wél uitzicht biedt op de verrijzenis. Dat is het geval in de Lucaspassie van de Schotse componist James MacMillan (°1959). Op Goede Vrijdag werd het werk nog uitgevoerd op het Brusselse Klarafestival, onder leiding van de componist zelf. De toegankelijke, waarachtige muziek staat helemaal ten dienste van de expressieve voordracht van de tekst, hoofdstuk 22 en 23 uit het Lucasevangelie. Opmerkelijk is dat MacMillan het lijdensverhaal laat volgen door een Postlude die de luisteraar meeneemt voorbij de kruisdood.

Hoe volkomen anders klinkt de muzikale taal in dat naspel! De verhitte dramatiek van het lijdensverhaal heeft hier plaatsgemaakt voor een majesteitelijke sereniteit. Daarin komt de verrezen Jezus aan het woord: “Waarom zijt ge ontsteld en waarom komt er twijfel op in uw hart?” (Lc 24,28) De vraag lijkt wel gesteld aan de luisteraar, die net het relaas van Jezus’ veroordeling en kruisdood over zich heeft laten komen. De dode Jezus werd ten slotte in het graf gelegd, en daarmee lijkt alles voorbij. Amen en uit. Net op dat punt knoopt de Postlude aan. Voorzichtig maar geloofwaardig maakt MacMillan een nieuw perspectief hoorbaar. Dat doet hij via harmonische omzwervingen, waarmee hij de luisteraar probeert mee te lokken van passie naar Pasen. Niet dwingend, maar vriendelijk wenkend. Zoals de Verrezen Heer zelf.

Jan Christiaens

[gepubliceerd in Tertio]

Advertentie